Medische indicatie
neem contact op voor de mogelijkheden
Echo’s op medische indicatie
Uw verloskundige verwijst u vroeg in de zwangerschap voor een echo bij vaginaal bloedverlies of bij onverklaarbare buikpijn of om te zien of er sprake kan zijn van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap.
Volgens het dateringsprotocol (NVOG) kan de termijn , en dus de uitgerekende datum, nauwkeurig bepaald worden aan de hand van metingen van de foetus. Deze echo vindt bij voorkeur plaats tussen de 10 en 13 weken.
Uw verloskundige verwijst u vroeg in de zwangerschap voor een echo bij vaginaal bloedverlies of bij onverklaarbare buikpijn of om te zien of er sprake kan zijn van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap.
Deze echo wordt ook door uw verloskundige op indicatie aangevraagd. Er wordt nauwkeurig gekeken waar de placenta (moederkoek) in de baarmoeder ligt.
Deze echo wordt meestal aangevraagd door uw verloskundige rond de 35 weken om te checken of het kind in de juiste houding ligt voor een normale bevalling. Als het kind in stuitligging ligt, kan de verloskundige nog tijdig informatie geven.
Echo’s op medische indicatie
Uw verloskundige verwijst u vroeg in de zwangerschap voor een echo bij vaginaal bloedverlies of bij onverklaarbare buikpijn of om te zien of er sprake kan zijn van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap.
Volgens het dateringsprotocol (NVOG) kan de termijn , en dus de uitgerekende datum, nauwkeurig bepaald worden aan de hand van metingen van de foetus. Deze echo vindt bij voorkeur plaats tussen de 10 en 12 weken.
Uw verloskundige verwijst u vroeg in de zwangerschap voor een echo bij vaginaal bloedverlies of bij onverklaarbare buikpijn of om te zien of er sprake kan zijn van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap.
Deze echo wordt ook door uw verloskundige op indicatie aangevraagd. Er wordt nauwkeurig gekeken waar de placenta (moederkoek) in de baarmoeder ligt.
Deze echo wordt meestal aangevraagd door uw verloskundige rond de 35 weken om te checken of het kind in de juiste houding ligt voor een normale bevalling. Als het kind in stuitligging ligt, kan de verloskundige nog tijdig informatie geven.
Soms zal de verloskundige echo’s aanvragen om de baarmoederhals (cervixlengte) te laten meten. Indicaties zijn bijvoorbeeld ingrepen aan de baarmoederhals in het verleden, of bijvoorbeeld als er een vroeggeboorte is geweest in de voorgeschiedenis.
als u een spiraaltje heeft laten plaatsen door uw verloskundige of huisarts kan met een vaginale echo gecontroleerd worden of het spiraal in de juiste positie geplaatst zit in de baarmoeder.